Mohammed herinnert zich nog goed hoe hij in 2001 naar België kwam: “Ik studeerde voor ingenieur in Marokko, en wou mijn studies graag in Europa verderzetten. Omdat ik al Frans sprak, volgde ik les in Wallonië. Maar door mijn hobby woonde ik wel in West-Vlaanderen. Ik speelde bij een voetbalploeg in Waregem.”
Omdat hij zich in Vlaanderen gevestigd had, wou Mohammed koste wat het kost Nederlands leren. “Ik vind het belangrijk dat je de taal spreekt van je woonplaats. Daarom schreef ik me via het toenmalige Huis van het Nederlands in voor een avondcursus. Ik oefende zoveel mogelijk Nederlands: met vrienden, tijdens hobby’s, … Zo ga je snel vooruit.“
Op zoek naar een job
Een talencursus combineren met hogere studies: het bleek toch een pittige combinatie. Bovendien had Mohammed een inkomen nodig. Na een tijdje nam hij een drastische beslissing: “Ik zette mijn studies on hold en ging werk zoeken. Er zat voor mij niets anders op dan mijn dromen even op te bergen en in “overlevingsmodus” te gaan.”
Werk vond hij makkelijk, maar de jobs waren toch niet helemaal wat hij voor ogen had. Mohammed vertelt: “Om me helemaal klaar te stomen voor de arbeidsmarkt, volgde ik een paar erkende opleidingen bij de VDAB. Maar al snel merkte ik dat ik het Nederlands niet voldoende beheerste. Ik kon het wel vlot spreken, maar om een echt goede job te kunnen bemachtigen, moet je ook schriftelijk heel sterk zijn.”
Werken bij het Huis van het Nederlands
Mohammed besloot daarop om een cursus Nederlands “op academisch niveau” te volgen, een snelle, intensieve manier om zijn niveau op te krikken. Toen hij tijdens een van de lessen hoorde dat er een tijdelijke vacature was bij het Huis van het Nederlands, besloot hij zich kandidaat te stellen. Even later kon hij aan de slag als consulent Nederlands. “Oorspronkelijk zou ik maar twee maanden blijven, maar mijn contract werd verlengd tot zes maanden”, aldus Mohammed. “Ondertussen kwam er ook een vacature vrij voor stafmedewerker. Ik solliciteerde en kreeg de job.”
Van 2011 tot 2015 werkte Mohammed als stafmedewerker voor het Huis van het Nederlands, regio West-Vlaanderen. Toen de vzw in 2015 inkantelde in het Agentschap Integratie en Inburgering, moest hij zich echter heroriënteren. “Bij het Agentschap was er een vacature voor diensthoofd vorming voor de regio West-Vlaanderen. Ik had op dat moment andere dingen aan mijn hoofd – mijn moeder was net overleden, maar een collega bracht me op de hoogte van de job en moedigde me aan om toch te solliciteren. Die functie was inderdaad echt iets voor mij.”
Regiomanager van Oost- en West-Vlaanderen
Mohammed gaf de daaropvolgende jaren onder andere leiding aan de leerkrachten maatschappelijke oriëntatie in West-Vlaanderen, een job die hem veel voldoening schonk. Maar toen er in 2020 een tijdelijke vacature voor regiomanager West-Vlaanderen vrijkwam, begon het toch te kriebelen. “In 2018 had ik de toenmalige regiomanager al eens vervangen. Ik had dus al een paar maanden van de job mogen proeven”, vertelt hij.
In september 2020 werd Mohammed aangesteld als regiomanager van West-Vlaanderen. Hij vervulde de functie eerst ad interim, maar na een uitgebreide sollicitatieprocedure mocht hij zich in maart 2021 officieel regiomanager noemen. En daar bleef het niet bij: sinds oktober 2021 is hij ook regiomanager ad interim van Oost-Vlaanderen.
Medewerkers staan steeds centraal
Twee regio’s managen, hoe doet Mohammed dat in de praktijk? “Voor mij was dat in het begin wel even wennen. Ik ken West-Vlaanderen heel goed, zowel op werk- als privévlak. In mijn vrije tijd ben ik scheidsrechter en ik vertoef quasi elk weekend in de West-Vlaamse velden. Met Oost-Vlaanderen daarentegen, ben ik veel minder vertrouwd”, zegt hij.
Mohammed nam zijn tijd om de werking in Oost-Vlaanderen eerst goed te leren kennen en te analyseren. “Voor mij is het belangrijk om te focussen op de gelijkenissen, en niet op de verschillen. Uiteraard zijn er regionale accenten en die mogen er ook zijn. Maar we zijn wel één agentschap, met één boodschap. Dat hou ik steeds voor ogen.”
Voor Mohammed staan ook de medewerkers steeds centraal. “Ik vind het heel belangrijk om iedereen bij naam te kennen, om te weten wie wat doet en een band te creëren. Mensen moeten bij mij terechtkunnen. We hebben heel veel talent binnen ons agentschap. Ik geloof dat als je in mensen investeert, je ook veel van hen terugkrijgt.”
Verschillende brillen
Van cursist tot regiomanager: Mohammed heeft een hele weg afgelegd om te staan waar hij nu staat. Zelf ziet hij dat als een enorme troef. “Door mijn ervaring kan ik verschillende brillen opzetten: die van de doelgroep, eerstelijnswerking, ondersteunende diensten, coördinator en het management. Als ik iets moet beslissen, zet ik al deze brillen een voor een op. Zo wil ik tot een gedragen beslissing komen, waarbij ik met verschillende profielen rekening houd.”
Of hij spijt heeft dat hij nooit ingenieur geworden is? Daar hoeft Mohammed niet lang over na te denken. “Als ingenieur bouw je dingen. Ik bouw mensen. In zekere zin is mijn droom dus toch in vervulling gegaan.”
Aandeel medewerkers van buitenlandse herkomst